Hoogtechnologisch machinepark Tôlerie Delhez

... een ware Factory of the Future waardig

Hoe zorg je als maakbedrijf dat je overeind blijf in een zeer competitieve sector? Bij Tôlerie Delhez lag het antwoord in een hoogkwalitatieve productie, gekoppeld aan een gerichte focus op personeel en ecologie.

Plaatbewerking centraal

Van landbouwer over dakdekker tot zinkplooier, dat is een notendop het verhaal van oprichter Nicolas Delhez. Toen hij als dakwerker anno 1976 frequent de vraag kreeg van collega’s om zink te plooien, zag hij een gat in de plaatselijke markt. Hij aarzelde niet en richtte het familiebedrijf Delhez op en al snel wordt hij de vaste leverancier voor de zinkproducten van zijn voormalige collega’s. We moeten wachten tot de jaren negentig voor er belangrijke verschuivingen aan de orde zijn: de tweede generatie komt stilaan in het bedrijf en midden het decennium wordt stilaan overgeschakeld op aluminium, staal en inox. De zinkactiviteiten zouden nog even voortgezet worden, maar in 2008 wordt deze tak definitief verkocht. Bij de recentere mijlpalen vermelden we de intrek in een gloednieuw gebouw van 10.000 m² en uiteraard het binnenrijven van een Factory of the Future Award eerder dit jaar.

“Hoe moeilijker een stuk te maken,
hoe meer kans dat we het order binnenhalen”

Switch naar gespecialiseerde producten

Het verhaal van de Award brengen we u zo meteen, maar eerst vertelt Marianne Ingels - continous improvement verantwoordelijke van het bedrijf - ons iets meer over hun producten: “Wij hebben geen portfolio met eigen stukken, alles wordt gemaakt op vraag van de klant. Die vinden we terug in zeer diverse sectoren zoals robotica, machinebouw, farmaceutische bedrijven en elektronica. Bij ons kunnen ze terecht voor hun specifieke onderdelen, meestal gaat het om prototypes of zeer kleine reeksen van een enkele stuk al hebben we ook grotere reeksen tot ongeveer 5.000 stuks.”

"Wij hebben geen portfolio met eigen stukken,
alles wordt gemaakt op vraag van de klant"

“Al deze producten worden op basis van de klantenvraag ontwikkeld en gemaakt op onze machines. In totaal gaat het om ongeveer 2.000 compleet nieuw gecreëerde producten per jaar, op jaarbasis vertrekken hier ongeveer 550.000 stuks. Ons klantenbestand bevindt zich voornamelijk in eigen land en de buurlanden, maar hun eindproducten vinden wel wereldwijd hun weg.”

“Onze gemiddelde doorlooptijd voor een nieuw product ligt op 12 dagen. Of de complexiteit van onze stukken gestegen is de afgelopen jaren? Dat zou ik niet meteen durven stellen. Het is wel zo dat we de moeilijke stukken op betere machines maken, wat de oplossing een pak sneller of eenvoudiger maakt. Daarom tonen we onze klanten ook welke machines we in huis hebben en welke oplossingen we in huis hebben. Voor ons is de moeilijkheidsgraad van een stuk eerder positief, want hoe complexer het stuk hoe meer kans we hebben om het order binnen te halen.”

Focus op technologie

Opvallend in de filosofie van Delhez is de focus op het hoogtechnologische machinepark. Dat weerspiegelt zich niet alleen in de hoogte van de jaarlijkse investeringen, maar ook in de benadering.

"We willen voor al de technieken de meest performante machine die er op de markt is"

Marianne Ingels: ”Voor ons eigen gemak zouden we kunnen kiezen voor machines van zo weinig mogelijk producenten, maar dat doen we bewust niét. We willen voor al de technieken die we in huis hebben - lasersnijden, ponsmachines, waterstraalsnijden, noem maar op - de meest performante machine die er op de markt is. Op zich zijn het wel standaard verkrijgbare machines, maar ze zijn wel voorzien van de nieuwe innovaties en opties. Sommige van die mogelijkheden worden soms maar één keer per jaar of minder gebruikt, als we een heel specifiek stuk moeten maken. Klanten weten dat ons machinepark daartoe in staat is.”

“Het werken met diverse merken betekent ook dat de communicatie met al deze machines een sterke uitdaging is. Bovendien betekent het ook dat de software van elke machine weer anders in elkaar zit. Op zich is het wel doenbaar om de evoluties in de technieken van de machines op te volgen. Meestal blijft het eigenlijke bewerkingsproces hetzelfde, maar is het de periferie die verandert: de wijze waarop materialen toegevoerd worden, nieuwe software, andere communicatie of een grotere graad van digitalisering.”

Korte beslissingslijnen

Met 45 werknemers is Tôleries Delhez een eerder klein bedrijf in vergelijking met de andere laureaten van de Factory of the Future Awards. Hoe pakten ze dat aan, vroegen wij ons af?

Marianne Ingels: “Toen we de eerste keer hoorden van het programma in 2015 waren we enthousiast, maar nog niet helemaal klaar. We kregen toen de mogelijkheid om eerst Ambassadeur te worden, maar dat wilden we niet. We wilden echt de Award binnenhalen, als de tijd er rijp voor was. Pas dit jaar vonden we dat we klaar waren op alle gebieden en gingen we er voluit voor.”

“Sowieso moet je als bedrijf op de zeven transformaties goed scoren. Voor sommige van die transformaties is dat wellicht wat eenvoudiger als kleiner bedrijf, voor andere net moeilijker. Ik denk voor de eerste kant van de medaille aan de eenvoudige structuur. Voor Integrated Engineering kom je bij ons bijvoorbeeld terecht bij één persoon. Als die persoon dan gemotiveerd is om zijn steentje bij te dragen aan de Award, dan scoor je meteen hoog op die transformatie. De bedrijfsleiding staat bovendien zelf vaak op de werkvloer, dat zorgt dus voor heel korte en snelle communicatielijnen. Daar staat tegenover dat investeringen zeer goed verdedigd moeten worden, net door onze kleinschaligheid. Alle beslissingen moeten goed onderbouwd zijn voor er effectief overgegaan wordt tot aankoop van een machine of een verandering in het proces. Bij grote bedrijven is er misschien wat meer ruimte tot experimenteren.“

“Het voortdurend verbeteren zit vandaag echt in ons DNA. Zo komen er ook geregeld ideeën uit de werkvloer om de werking of een proces te verbeteren. Ook hier zijn de korte lijnen een groot voordeel, iedereen heeft het gevoel dat hij gehoord wordt. We hebben hier ook specifieke projectteams die werken in functie van een bepaald thema: veiligheid, digitalisering, ecologie, infrastructuur … Iedereen kan zich daarvoor aanmelden. Het resultaat is dat werknemers trots zijn om hier te werken, bovendien geeft de Award ons een zekere uitstraling. Dat neemt evenwel niet weg dat ook wij geconfronteerd worden met de moeilijke zoektocht naar technisch personeel.”

Papierloos werken

Opvallend tijdens de rondleiding - naast de enorme beschikbare ruimte in de bedrijfshal - is het ontbreken van papier.

Ingels: “Sinds april dit jaar werken we inderdaad volledig overgeschakeld op papierloos werken. Dat neemt veel frustratie weg op de werkvloer omdat de werknemers altijd over de juiste plannen beschikken, ze zien altijd de juiste bestelhoeveelheid en gewenste levertijd. Ze kunnen ook foto’s nemen van hun werkwijze die later terug opgehaald kunnen worden als het stuk opnieuw geproduceerd moet worden. Dat laatste is zeer handig in een groeiend bedrijf, waar een bepaalde taak wel eens door een andere werknemer moet uitgevoerd worden. Nu kunnen ze de werkwijze digitaal oproepen en wordt de kennis makkelijker doorgegeven. Op die manier betrek je de werknemers ook bij het digitaliseringsproces. Als zij het nut inzien van een verandering, verloopt alles veel sneller op wieltjes.”

“Digitalisering vind je verder ook op andere vlakken terug in ons bedrijf. Zo ontwikkelden we een eigen software, waar we de stand van zaken van elke bestelling kunnen opvolgen en weten we exact waar elk stuk zich bevindt. Ook onze stock is ondertussen gedigitaliseerd.”

“In een volgende fase zouden we ook klanten digitale toegang kunnen geven tot ons systeem, zodat ze zelf hun bestellingen van dichtbij kunnen opvolgen als ze dat willen.”

ECOLOGIE IS GEEN DODE LETTER
Zijn het de glooiende heuvels en klaterende beekjes van het land van Herve die de directie inspireren?
Wij hebben geen idee, maar het is een feit dat ecologie hier geen modewoord is. Dat bleek overigens ook uit de audit. Wie de bedrijfsterreinen binnenkomt, wordt er verwelkomd door een kudde blatende schapen, die op een milieuvriendelijke manier het gras kort houden. Verder bevinden zich 8 bijenkorven in de buurt van het bedrijf, zo wil men een steentje bijdragen aan de plaatselijke biodiversiteit. Het bedrijf beschikt verder over een eigen boomgaard waaruit de medewerkers inheems fruit kunnen plukken. Bovendien krijgen ze van de bedrijfsleiding hun fiets terugbetaald als ze minstens één keer per week met de fiets komen. Heeft dat een impact op hun geluksniveau? Moeilijk in te schatten, maar wij zagen alvast enkel glunderende gezichten tijdens de rondleiding. Ook in het productieproces is er de nodige aandacht voor het milieu, zo investeerde het bedrijf in een ecologisch alternatief om het beitsproces te vervangen en zorgen zonnepanelen voor de elektriciteitsproductie.