LEERLINGEN STELLEN 60 JAAR OUDE SLEEPBOOT WEER OP PUNT
BEDRIJF SCHAKELT SCHOOL IN VOOR TOTAALRENOVATIE
Grote bedrijvigheid bij GO! Atheneum Nieuwpoort, net voor de start van de zomervakantie. Daar kwam een oplegger de sleepboot Cobi-M ophalen, die de leerlingen van de richtingen lassen-constructie en fotolassen gedurende twee schooljaren onder handen hadden genomen, in opdracht van de Nederlandse eigenaar Multraship. Een uniek project waar alle partijen wel bij varen: de opdrachtgever, de studenten … en ook de leerkrachten. “Ook voor ons was dit een grote uitdaging waaruit we heel veel hebben geleerd”, zeggen begeleiders Boudewijn Lowagie en Dave Vandevelde.

aan de totaalrenovatie van de Nederlandse sleepboot
FAMILIESTUK
Twee jaar geleden werden leerkrachten Boudewijn Lowagie en Dave Vandevelde gecontacteerd met de vraag of zij een stalen sleepboot uit 1956 wilden laten renoveren door hun derdegraads bso-leerlingen. De boot in kwestie, Cobi-M, lag al even op het droogdok en is het pronkstuk van de Nederlandse familie Muller. Met hun familiebedrijf Multraship Towage & Salvage, met thuishaven langs de Westerschelde in Terneuzen, zijn zij uitgegroeid tot een wereldleider op het vlak van sleepdiensten en bergingswerken.
Opdrachtgever financiert
“De hele familie leerde destijds met die boot varen. Ze zetten de motorsleepvlet in om grote schepen te slepen, maar gebruikten die ook als pomp- en blusboot”, weet Lowagie.
“Huidig zaakvoerder Kees Muller wilde de boot graag in ere herstellen via een sociaal project. De leerlingen zijn voor hem natuurlijk goedkope werkkrachten, maar hij had er duidelijk wel iets voor over. Hij wilde het hele project namelijk zelf financieren. Als opdrachtgever voorzag hij een dus mooi budget voor onze school, waarmee we alle nodige machines en grondstoffen voor deze werkzaamheden konden aankopen. Meer zelfs: we zijn ook met de hele groep uitgenodigd voor een bedrijfsbezoek, wat ook heel interessant was voor onze gasten.”
“Veel ervaring opgedaan in twee jaar tijd”
Cyril Dechamps (18) zit in het zesde jaar lassen-constructie. Hij kan nu veel beter met een slijpschijf en een brander overweg dan twee jaar geleden.
“Het zijn grote en zware toestellen. Bovendien werkten we op een stelling en stonden we dus niet zo stabiel. Daardoor duurde het wel even tot ik die handelingen onder de knie had”, vertelt hij. “Het grote verschil is dat de prestatiedruk nu hoger was. De leerkrachten hadden nu immers veel beter zicht op wat we deden”, klinkt het nog.
WERKZAAMHEDEN
Maar het meest hebben de leerlingen natuurlijk geleerd uit de werkzaamheden zelf.
Ontmanteling
“Toen de boot hier aankwam, stond die nog mooi in de verf. Wanneer we de eerste snijschijf erin zetten, kwamen we echter voor een verrassing te staan. Bij het ontmantelen bleek namelijk dat het binnengeraamte helemaal was doorgeroest. Uiteindelijk kwam het er dus op aan dat we alle plaatmateriaal moesten vervangen”, herinnert Vandevelde zich.
Heropbouw
“Bij de heropbouw volgde een tweede verrassing, want toen bleek dat de boot niet helemaal symmetrisch was”, pikt Lowagie in. “Alle stukken hebben we dus op maat moeten snijden, om die vervolgens de juiste plooiing mee te geven en aan elkaar te lassen met elektrodes of een halfautomaat. Vooral voor de neus van de boot was dit een hele klus, ook al omdat het om veel grotere en zwaardere stukken gaat dan waar wij anders mee werken in ons atelier. Hiervoor hebben we dus ook materieel moeten aanschaffen dat we voorheen niet ter beschikking hadden in onze school: een acetyleenbrander, veel elektrisch handgereedschap, en ook de stellingen en een garagekrik. Voor de allergrootste werken mochten we langsgaan bij gespecialiseerde firma’s in de streek, om daar hun machines te gebruiken. Een ander gegeven waar wij geen ervaring mee hadden, is dat we buiten moesten werken; ook bij de winterse temperaturen. We hebben ons dus moeten informeren bij een groothandelaar om over de juiste elektrodes te beschikken voor het lassen.”
“Duaal leren kan meteen leiden tot vaste job”
Ook Jari De Hert (18) uit het zesde jaar lassen-constructie blikt tevreden terug op het schoolproject. Hij herinnert zich ook het bedrijfsbezoek aan Multraship.
“Daar mochten we aan boord van hun splinternieuwe sleepboot, met twee gigantische motoren. We zagen er ook een simulator, waarmee ze daar leren varen”, vertelt hij. Hij is een groot voorstander van het systeem van duaal leren: “Daarmee leer je veel meer bij en misschien leidt het meteen tot een vaste job in dat bedrijf.”
AANPAK
Concreet werkten de leerlingen twee dagen per week aan de boot, tijdens de praktijkuren. Een ingenieur en een lasser van Multraship zelf kwamen geregeld langs om de vorderingen van nabij op te volgen en hen bij te staan met raad en daad.
“We deelden de studenten in in kleine groepjes van telkens 3 of 4 leerlingen, die wij dan superviseerden aan de verscheidene werkposten. Zo konden zij veel bijleren en bleef het ook voor ons werkbaar. Het andere werk, zoals de GIP-begeleiding en de andere leerdoelen, blijft voor ons natuurlijk doorlopen. Dit kwam er dus min of meer bovenop. Toch hebben wij dit mooie project met beide handen toegegrepen, want zoiets houdt je als leerkracht bij de les. Je schaaft hiermee namelijk ook je eigen kennis en vaardigheden bij, en je blijft zelf ook gemotiveerd”, klinkt het.
DUAAL LEREN
Het pilootproject voor deze school heeft er alvast toe geleid dat ze hier voortaan ook duaal leren aanbieden. Daarbij worden de lessen op school afgewisseld met – betaalde – opdrachten in een bedrijf.
“Eigenlijk was dit al een variant daarop, maar dan op school in plaats van in een bedrijf. We hebben gemerkt dat levensechte opdrachten de jongeren veel meer aanspreken dan de schoolse oefeningen in het atelier, ook al bezorgt dit hun wat stress. Het was mooi om te zien hoe sommige leerlingen die voorbije twee jaar gegroeid zijn. Nu zijn ze over het algemeen een stuk rijper voor de arbeidsmarkt. Als school blikken we hier dan ook heel tevreden op terug”, zegt Vandevelde.
“Leuker dan de oefeningen in ons schoolatelier”
Als Arno Durand (20) uit het zevende jaar fotolassen naar de boot kijkt, is hij zichtbaar trots dat hij hieraan mocht meewerken.
“Ik hou meer van dit grove werk dan de plaatjes die we anders aan elkaar lassen in ons schoolatelier. Het was leuk dat we hiervoor buiten waren. We hebben ook veel bijgeleerd, doordat we leerden werken met materieel dat de school voorheen niet had. Daardoor is dit zeker een mooie referentie voor op mijn cv, als ik straks op zoek ga naar mijn eerste job.”
LAATSTE VAART
Na ons bezoek vertrok de Cobi-M naar Zwijnaarde, waar ze wordt uitgerust met onder meer een nieuwe motor. In oktober wordt de boot in de haven van Nieuwpoort te water gelaten voor de laatste vaart naar Terneuzen. Daarna zal de sleepboot deel uitmaken van de permanente collectie van het Industrieel Museum in Sas van Gent.
