Opbouw van motorolie
Een motorolie bestaat de olie uit een basisolie (mineraal of synthetisch) waaraan een bepaald additievenpakket is toegevoegd.
Basisolie en additievenpakket
Een motorolie bestaat uit een basisolie (mineraal of synthetisch) waaraan een bepaald additievenpakket is toegevoegd. De basisolie maakt 70 tot 90% van het eindproduct uit, en bepaalt vooral de smerende eigenschappen. Het additievenpakket (10 tot 30%) verbetert de basiseigenschappen van de olie, en wordt afgestemd op de specifieke functie van de olie. Een motorolie zal bijvoorbeeld antislijtage- additieven bevatten, evenals additieven die de detergentie verbeteren, corrosie en schuim tegengaan, een goede ontluchting behouden en de olie bestand maken tegen hogere drukken. Omdat in een motor een verbranding plaatsvindt, zal een motorolie ook bestand moeten zijn tegen hogere temperaturen.
Typen motorolie
Oliën onderscheiden zich in viscositeit, kwaliteit en samenstelling. Bij motorolie kan de viscositeit variëren van SAE 0W-20 (dunne olie) tot SAE 10W-60 (dikke olie). Qua samenstelling kennen we minerale motoroliën, semi-synthetische motoroliën (een mix van mineraal en synthetisch) en synthetische motoroliën. Daarnaast zijn ook dieselmotoroliën, en de multigrade- of vierseizoensoliën beschikbaar. Voorts zijn er, afhankelijk van de OEM, verschillen in voorschriften mogelijk in het gebruikte additievenpakket, om zodoende te kunnen voldoen aan de uiteenlopende eisen van de verschillende autofabrikanten.
Energiebesparing
De ontwikkeling van motoroliën hangt in Europa nauw samen met de eisen van de automotive sector. Deze is – vanwege de overheid – verplicht om auto’s steeds zuiniger te maken. Dit wordt opgelost door de toepassing van kleinere motoren met een kleiner carter, maar vaak een gelijkblijvend of soms zelfs groter vermogen. Er is dus minder ruimte voor de olie die tegelijk hogere prestaties moet leveren. Dit betekent onder meer dat de huidige generatie oliën een betere weerstand moet bieden tegen thermische belasting.
Daarnaast verlangen OEM’s dat ook toeleveranciers een bijdrage leveren aan het streven naar brandstofbesparing. Dit is deels te realiseren door oliën met een lagere viscositeit te gebruiken, omdat hiermee de wrijving (en dus de warmteontwikkeling en het energieverlies) wordt gereduceerd. De toegepaste olie moet echter de smerende en beschermende eigenschappen hebben van de oorspronkelijke, dikkere oliën. Dergelijke zware eisen zijn eigenlijk alleen nog maar in te vullen met zeer hoogwaardige (vol)synthetische smeermiddelen. Qua voorgeschreven viscositeiten gaan de meeste fabrikanten over van de huidige SAE 5W-30 naar SAE 0W-20 en/of SAE 5W-20. Voorts zijn er al fabrikanten die uitvoerig testen met SAE 0W-16, en zelfs een introductie hiervan in het najaar van 2016 hebben gepland.
Tot slot is er ook aandacht voor het asgehalte in de olie. In 2017 zal de Euro 6C-norm voor personenwagens van kracht worden. Vanaf dan zal de limiet voor fijnstof gevoelig dalen voor benzinewagens, waardoor een aantal constructeurs zal kiezen voor een roetfilter (GPF, Gasoline Particulate Filters), een maatregel die voorheen uitsluitend voor diesel-motoren nodig was. Om te voorkomen dat die roetfilters verstoppen en hiermee het verbruik en de kans op motorschade verhogen, is het noodzakelijk een olie in te zetten met een laag asgehalte.