Open innovatie in de voedingsindustrie
Uitleg over en oplossingen voor de kennisnetwerk-paradox

In de voedingsindustrie draait innovatie steeds vaker om samenwerking. Grote spelers zetten in op open innovatie om nieuwe technologieën en producten te ontwikkelen, vaak in samenwerking met universiteiten, startups en onderzoeksinstellingen. Maar paradoxaal genoeg kan deze vorm van innovatie juist belemmerend werken. Hoe komt dat? En wat kan de sector eraan doen?

Multinationale ondernemingen
De voedingsindustrie staat voor enorme uitdagingen: een groeiende wereldbevolking, strengere duurzaamheidsnormen en de zoektocht naar gezondere producten. Om hierop in te spelen, investeren bedrijven steeds meer in open innovatiemodellen. Dit betekent dat ze kennis delen en samenwerken met externe partijen om sneller tot baanbrekende oplossingen te komen.
Multinationale ondernemingen (MNO’s) hebben de financiële slagkracht en de netwerken om hierin een leidende rol te spelen. Samenwerkingen met innovatieve partners, zoals startups en onderzoeksinstellingen, komen dan ook vaak voor. Denk aan de ontwikkeling van plantaardige eiwitten, fermentatietechnieken en duurzamere productiemethoden.
Toch laat onderzoek van de KU Leuven, door professoren Richard T.J. Janssen en Ernst Verwaal, zien dat deze strategie niet altijd het gewenste effect heeft.
Juridische barrières
Hoewel MNO’s steeds vaker open innovatie omarmen, zijn ze tegelijkertijd sterk gericht op het beschermen van hun eigen kennis. Dit leidt tot wat onderzoekers de kennisnetwerk-paradox noemen: bedrijven met de meeste kennis en strategische samenwerkingsverbanden zijn juist het minst geneigd om kennis vrij te delen.
De reden? Exclusiekosten. Dit zijn kosten die gepaard gaan met het beschermen van intellectueel eigendom binnen complexe innovatie-ecosystemen. Hoe meer samenwerkingen een bedrijf aangaat, hoe groter het risico dat concurrenten onbedoeld toegang krijgen tot cruciale kennis. MNO’s bouwen daarom juridische barrières in en beperken de kennisdeling binnen hun netwerken. Dit kost bedrijven niet alleen geld, maar leidt ook tot een situatie waarin waardevolle inzichten en innovaties niet optimaal worden benut, wat de sector als geheel kan afremmen.
Hoewel MNO’s steeds vaker open innovatie omarmen, zijn ze tegelijkertijd sterk gericht op het beschermen van hun eigen kennis
Een treffend voorbeeld is de markt van alternatieve eiwitten. Grote spelers als Cargill, Tyson en Danone investeren fors in start-ups binnen deze sector, maar stellen strikte voorwaarden aan samenwerking. Kleinere bedrijven krijgen hierdoor minder toegang tot de kennis die nodig is om zelf door te breken.

Hoe kan de paradox doorbroken worden?
Om innovatie in de voedingsindustrie te versnellen, is een nieuwe aanpak nodig. De KU Leuven-onderzoekers stellen verschillende oplossingen voor:
- Intermediaire organisaties als kennisbemiddelaars
Onafhankelijke platforms, zoals het International Licensing Platform (ILP) in de groenteveredeling, kunnen helpen bij het eerlijk verdelen van kennis en intellectueel eigendom. Dit verlaagt de drempel voor samenwerking tussen bedrijven. - Flexibelere octrooiwetgeving
Onderzoeksinstellingen en bedrijven zouden makkelijker toegang moeten krijgen tot gepatenteerde technologieën via bredere uitzonderingen in de wetgeving, zoals de “Bolar exemption” die in de farmaceutische industrie wordt toegepast. - Publiek-private investeringen
Overheden en onafhankelijke fondsen kunnen gerichte subsidies inzetten om kennisdeling te stimuleren, met name voor kleinere bedrijven die moeite hebben om aansluiting te vinden bij de grote spelers. - Niet-concurrerende samenwerkingsmodellen
In sommige sectoren kan een gedeelde innovatieaanpak nuttig zijn. Denk aan open databanken waarin bedrijven technologieën kunnen testen zonder direct hun intellectuele eigendom te verliezen.

Een open toekomst?
Innovatie gedijt bij samenwerking, maar samenwerking komt alleen tot zijn recht als bedrijven bereid zijn om kennis te delen. De voedingsindustrie staat op een kruispunt: doorgaan met het huidige model van gecontroleerde innovatie, of streven naar een meer open en dynamisch ecosysteem waarin kennis toegankelijker wordt.
De kennisnetwerk-paradox is geen onvermijdelijk probleem, maar vraagt om een nieuwe manier van denken over samenwerking en concurrentie. De bedrijven die deze uitdaging het best weten te overwinnen, zullen niet alleen technologisch, maar ook economisch en maatschappelijk de grootste winnaars zijn.