Bedrijven, onderwijs en onderzoek samen voor innovatie
House of Manufacturing opent in Kortrijk
Onlangs werd het gloednieuwe House of Manufacturing geopend in Kortrijk. De innovatiehub belooft de industrie, de academische wereld en de leerlingen van het PTI samen te brengen om zo de regio naar de Europese top te brengen. De eerste stap: het verankeren van de maakindustrie in West-Vlaanderen.

Kortrijk als kennisstad
De afgelopen jaren is Kortrijk uitgegroeid tot een baken van onderzoek en onderwijs op het vlak van technologie en industrie. Het bewijs daarvan ligt in de buurt waar nu het House of Manufacturing is opgetrokken, een initiatief van Agoria, Sirris, POM West-Vlaanderen en het PTI. Vlakbij werd eerder al het nieuwe gebouw van Flanders Make geopend en verschillende universiteiten en hogescholen zijn actief binnen dezelfde straat. Het doel moge duidelijk zijn: Kortrijk wil een voorloper zijn om van West-Vlaanderen een industrieel baken te maken binnen België.
De kaarten liggen alvast gunstig. Vooral de machinebouw en mechatronica staan erg sterk in West-Vlaanderen, met een aandeel van zo'n 40% binnen Vlaanderen. Men hoopt deze positie nog te versterken met het House of Manufacturing. Gezien de schaarste aan technische profielen speelt het onderwijs hierbij een cruciale rol. De samenwerking met het PTI (Provinciaal Technisch Instituut) is dan ook een van de steunpillaren van het project. Leerlingen krijgen niet alleen state-of-the-art lokalen en voorzieningen om in te leren en te experimenteren, maar het gebouw biedt meteen ook de kans om in contact te komen met de industrie. Zo zien de jongeren meteen welke kansen de opleidingen bieden en wat ze kunnen verwezenlijken na hun studies.
Tim Claeys, directeur van het PTI in Kortrijk, is opgetogen over de nieuwe infrastructuur: "Onze campus is enorm veranderd de afgelopen jaren, waarbij er nood was aan grondige renovaties. Men heeft meteen een bredere denkoefening gemaakt en verder gekeken dan enkel de infrastructuur. Het is dus niet zomaar een bouwprogramma, maar een investering die echt maximaal kan renderen. Zo kunnen we unieke opleidingen blijven aanbieden, in de beste omstandigheden. De kracht van ons onderwijs ligt bovendien in het samenwerken met andere organisaties en bedrijven, wat nu ook vandaag het geval is met het House van Manufacturing."

Succesvolle synergieën
De strategie achter het nieuwe gebouw ligt dan ook in de lijn van recente inspanningen om onderwijs en industrie nauwer met elkaar te verbinden. Bedrijven kunnen in het onderzoekslab van Sirris kennismaken met slimme processen en ervaring opdoen. "Ons primaire doel is om bedrijven de beschikbare assemblagetechnologieën te laten zien en hen de mogelijkheid te bieden om ermee te experimenteren", zegt Herman Derache van Sirris. Het onderzoekslab is dan ook meteen de eerste vaste stek voor Sirris in West-Vlaanderen, nadat de organisatie al acht jaar tijdelijk onderdak vond bij de buren van HoWest en UGent. In die tijd werden er maar liefst 500 innovatieprojecten uitgewerkt, een impact die Sirris nog hoopt te versterken.
Jolyce Demely (algemeen directeur van Agoria Vlaanderen) benadrukte het belang van de industrie voor West-Vlaanderen: "Een kwart van de jobs in de regio is verbonden met de industrie. Dit draagt aanzienlijk bij aan de welvaart in West-Vlaanderen. Ons doel is om de industrie in West-Vlaanderen te versterken en te verankeren in de komende jaren, waarbij het House of Manufacturing een belangrijke rol zal spelen. De industrie wordt ondertussen sterk uitgedaagd, met eisen omtrent duurzaamheid en digitalisering. Onze competitiviteit staat onder druk, met hoge energieprijzen en een gebrek aan talent. We willen dan ook dichter bij de bedrijven staan en hen verbinden met het sterke ecosysteem dat hier aanwezig is."

Ambitie en vertrouwen
Voor de aanwezige West-Vlaamse prominenten vormt het House of Manufacturing alvast een bron van trots, maar ook vertrouwen in de sterkte van de provincie in de toekomst. Dit in de eerste plaats op economisch vlak, maar evenzeer om de welvaart in de regio te garanderen. Waar de perifere grensstreek soms nog te kampen heeft met minder aandacht en financiering vanuit de overheden, wil men met eigen initiatieven het voortouw nemen.
Jean de Bethune – gedeputeerde voor economie en voorzitter van POM West-Vlaanderen – is in elk geval bijzonder ambitieus: "We willen met de provincie vooral de brug slaan tussen jongeren en onze economie, wat in onze soms miskende regio de noodzaak creëert om innovatief te zijn. Dit project vertrekt vanuit de overtuiging dat West-Vlaanderen een industriële provincie is die enkel maar competitiever wil worden. Het samenbrengen van onderwijs en werkveld in een industrieel perspectief is uniek voor Vlaanderen en we willen dit project ook elders in de provincie uitwerken. Door het bundelen van onze krachten kunnen we van onze regio een voorloper maken. De maakindustrie en machinebouw zijn bij uitstek geschikt voor dergelijke samenwerking, als essentieel interdisciplinaire activiteiten."