“ONDERZOEK & ONTWIKKELING EN PRODUCTIE HOU JE HET BEST OP ZELFDE SITE"
Specifieke aanpak Picanol brengt voordelen en uitdagingen met zich mee

TWEE DIVISIES, DRIE ACTIVITEITEN ...
Weaving machines
Wie Picanol zegt, zegt weefmachinebouw. Het West-Vlaamse bedrijf is opgericht in 1936 en mag terugblikken op heel wat financiële en technologische mijlpalen. De weeftechniek zelf is sinds de prille start nauwelijks veranderd: er is nog altijd een inslag in de schering nodig, wat nu weliswaar niet langer via schietspoelen gebeurt, maar via een lucht- of grijpertechnologie. De machines daarentegen zijn alsmaar hoogtechnologischer en klantgerichter geworden. Een doorgedreven automatisatie speelt hierbij een belangrijke rol.
“Het is onze taak om het voor onze klanten mogelijk te maken om een voorsprong te nemen in hun eigen markt. Dat betekent dat we voor hen streven naar een zo hoog mogelijke output en zo laag mogelijke kosten, of zij nu actief zijn in de kledingtextiel, huishoud- en interieurtextiel of technisch textiel", zegt Vice President Weaving Machines, Geert Ostyn.
Industries

De gietstukken van Proferro worden vanzelfsprekend gebruikt voor de machines van Picanol, maar gaan ook naar derden, bijvoorbeeld voor compressoren of landbouwmachines. Andersom is niet alle gietwerk op de weefmachines sowieso van Proferro afkomstig, omdat deze onderneming gespecialiseerd is in grote stukken. Voor kleinere stukken zijn andere gieterijen beter aangewezen. Hetzelfde verhaal zien we bij PsiControl: ook hier is er een wisselwerking tussen interne en externe firma's, wat bijdraagt aan de competitiviteit van de verschillende divisies.
… EEN AANPAK
“De gemene deler bij dit alles is dat zowel onderzoek & ontwikkeling als de productie telkens op dezelfde site is ondergebracht", zegt Ostyn. “Tot tien jaar geleden hadden we drie verschillende sites in Ieper, maar die hebben we nu dus allemaal gebundeld. Terwijl het contact tussen deze diensten vroeger via de telefoon moest verlopen, is dit nu directer. Dat is voor ons een grote meerwaarde gebleken en het is meteen mijn tip voor grote maakbedrijven om concurrentieel te blijven in België, ondanks onze welbekende loonhandicap."
UITDAGINGEN
Toch een bijzondere aanpak, wetende dat 90% van de gebouwde machines voor buiten Europa bestemd is en dat België dus helemaal niet de grootste afzetmarkt is. Deze manier van werken is dan ook niet louter een voordeel; ze brengt ook specifieke uitdagingen voor de hele groep met zich mee.
Globale aanwezigheid

Kennis van applicaties
“Om die noden juist te interpreteren, is het belangrijk om ook de markten van onze klanten goed te kennen. Onze verkopers moeten dus niet alleen kennis hebben van onze machines, maar evenzeer van de uiteindelijke applicaties. Er is dus altijd en overal zowel een productie- als een productverhaal; een en-enverhaal. Het gaat van typische volumeartikelen, zoals jeansbroeken of hemdstoffen, tot echte nicheartikelen zoals technisch textiel. Dit vergt natuurlijk een verschillende aanpak. Alvorens onze R&D- en productieafdeling aan het werk te zetten, moeten we hierbij ook goed kunnen inschatten of een vraag van één klant, van een van onze verkopers, dan wel van een volledig marktsegment komt", legt Ostyn verder uit.
Technologie

Productie
“Tot slot is er de bijzondere productieaanpak, die, zoals gezegd, via dochterondernemingen en externe firma's gebeurt, en in bepaalde gevallen zelfs tot een exclusiviteit in beide richtingen leidt. De keuze tussen de verschillende partners gebeurt hierbij volgens hun specialiteiten en de geldende marktprijzen, wat ons een competitief voordeel oplevert. De wisselwerking geldt natuurlijk ook in de andere richting, wat ons dan weer scherp houdt", aldus nog Ostyn.