NOG TOEKOMST VOOR STOOKOLIE EN DE CONDENSERENDE STOOKOLIEKETEL?
Wat denkt:
IVAN PIETTE
Technisch directeur bij Viessmann

Piette: “Er dient naar mijn mening naar twee markten gekeken te worden: nieuwbouw en sanering. Die zullen tenslotte totaal anders reageren. Bij de nieuwbouw zal het aandeel stookolie verder afnemen. De redenen zijn de volgende:
- Het prijsverschil in aankoop tussen een condenserende gas- en olieketel.
- Het kleinere volume dat een gasteller inneemt in vergelijking met een bovengrondse olietank, ondergronds, is natuurlijk een mogelijke variant.
- Een groter modulatiebereik van de premixgasbranders in vergelijking met dat van de olieketels.
- Montage
Mogelijkheid om gasketels in het beschermde volume te monteren.
- De prijsevolutie van de stookolie in de laatste jaren.
- Bij een sanering zal het aandeel stookolie minder sterk afnemen dan bij de nieuwbouw. Al kan er daar ook een onderscheid gemaakt worden in de types van saneringen:
- Een bestaande woning waar enkel de stookruimte wordt gesaneerd (voorbeeld: gepensioneerd koppel): de eigenaars zullen daar deels hun gewoontes behouden en zo weer opteren voor stookolie.
- Een bestaande woning die in haar geheel wordt gerenoveerd (voorbeeld: een jong koppel dat een bestaande woning koopt en renoveert): hier zullen andere parameters meespelen in de keuze betreffende de nieuwe stookplaats en zal er voor de bestaande olieketel een zwaardere concurrentie zijn met de andere producten op de markt; in die specifieke gevallen zal de verschuiving weg van stookolie zich doorzetten."
2. Denkt u dat België op korte termijn het voorbeeld van Denemarken zal volgen (verbod op het plaatsen van ketels in nieuwe gebouwen)? Houdt men rekening met een dergelijk 'rampscenario' of is dit voor u nog de ver-van-mijn-bedshow?
“Persoonlijk denk ik dat de Belgische markt niet te vergelijken valt met de Deense. Ons land sluit meer aan bij Duitsland op het vlak van verwarming, gewoonten en structuur. Denemarken heeft ook steeds afstandsverwarming sterk gepromoot, waardoor de ieder-zijn-eigen-ketelmentaliteit niet zo sterk aanwezig is als bij ons. Denemarken heeft sinds decennia ook een heel goed uitgebouwd elektriciteitsnet en heeft een zeer grote expertise in windparken. Ons net is verouderd en kan de vraag naar stroom in geval van een explosieve vraag naar warmtepompen niet aan. Spaarzaam omgaan met energie is het motto. Japan wordt daar meer en meer als voorbeeld geciteerd. Zerocarbonuitstoot is ook niet zaligmakend. Er is nood aan een Europese visie, maar nog meer aan een ernstig plan van aanpak in België. Bij ons zullen eerder reglementen als het E-peil en binnenkort ook Ecodesign de markt bijsturen, zowel bij de nieuwbouw als de sanering. In het eerste geval ziet men vandaag al een duidelijke toename van de warmtepompen en hybride toestellen. In het laatste geval is de kans reëel dat de bestaande ketels zo lang mogelijk aan de praat gehouden zullen worden om toch maar niet een duurder nieuw toestel van de A-klassen te moeten aankopen. De kans dat er daardoor een vertraging plaatsvindt in het vernieuwen van de bestaande installaties, is reëel. De audits op de verwarmingsketels ouder dan vijftien jaar zouden daar soelaas kunnen brengen, dit deel van de wetgeving loopt echter wegens de gebrekkige controle ook niet zoals het zou moeten. Een mogelijke vertraging in de saneringsmarkt zal op termijn dus een stabilisatie van het aandeel van stookolie in de verwarmingsinstallaties betekenen. Mocht er zich toch een 'rampscenario' voordoen, dan is Viessmann met zijn totaalaanbod en zijn complete productgamma al voorbereid. Die aanbieders die nog steeds niet met de ommezwaai begonnen zijn, zullen het het hardst voelen, laat staan het overleven."
3. Hoe ziet de toekomst van de brandstof eruit en welke technologieën ziet u een plaats innemen in de markt (nabije en verdere toekomst)?
Piette: “De stookolieketel zal het moeilijk hebben bij de nieuwbouw en zware renovaties van bestaande woningen. In de bestaande installaties bestaat de kans dat er door de Ecodesign-richtlijn een vertraging optreedt van de sanering van de oude toestellen. In dit deel van de markt zal er dus op korte termijn eerder een stabilisering van het marktaandeel van stookolie plaatsvinden. De toekomst zal van meerdere factoren afhangen. Indien er zich, met de problematiek rond onze kerncentrales, deze winter ernstige stroomtekorten zouden voordoen, dan zal dit ook een impact hebben op de verwarmingssector. Om een verwarming met een warmtepomp op noodstroom te laten werken, heb je al een serieuze generator nodig. Je spreekt hier namelijk over enkele kW aan elektrisch vermogen, zeker bij lucht-warmtepompen die bij extreme koude in de winter extra compressorvermogen nodig hebben. Een verwarmingsinstallatie op stookolie, waarbij de combinatie ketel-brander-regeling-pompen amper 500 W verbruikt, kun je dit met een kleine noodgenerator reeds laten werken. In een dergelijk rampscenario kan stookolie wel eens als overwinnaar uit de bus komen en weer aan belangstelling winnen. Echter hebben langetermijnprognoses steeds hetzelfde resultaat: naderhand kan men hun waarde steeds perfect inschatten. Het is toch ook zo dat er sinds eind jaren 70 nog steeds voor twintig jaar aan oliereserves zijn. En deze boodschap wordt, ondanks de stijgende vraag, om de twintig jaar herbevestigd."