“Om op lange termijn te werken, is investeren in jongeren noodzakelijk”
Woestenborghs bouwbedrijf erkend als 1.500e dat meestapt in systeem van duaal leren

Sterk inzetten op het geven van kansen aan scholieren via stages, vakantiewerken en deeltijds onderwijs om op die manier de krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Dat is de strategie van Woestenborghs Bouwbedrijf uit Merksplas. Recent kwam daar ook duaal leren bij, waarbij vaardigheden op school én op de werkvloer worden aangeleerd. De Kempense aannemer werd zelfs gehuldigd als 1.500e bouwonderneming die in het systeem meestapt. Reden genoeg voor uw vakblad Aannemer om rond de tafel te gaan zitten met Inge Woestenborghs.
Dochter op de werf
In 1976 richtte Louis Woestenborghs het familiebedrijf op. Aanvankelijk werd gestart met louter ruwbouwactiviteiten, maar al snel werden die werkzaamheden aangevuld met eigen kleinschalige projecten. “Een twintigtal jaar terug kwam ik mee in de zaak,” steekt Inge Woestenborghs van wal, “ook al was dat nooit mijn bedoeling geweest. Ik ben immers arbeidssocioloog van opleiding, weliswaar met een sterke interesse in de bouwsector. Daardoor kwam ik in eerste instantie terecht op de hrm-afdeling van een groot Brussels wegenbouwbedrijf. Door vaak mee op de werven te gaan, zag ik plotseling het licht. Dit wou ik in mijn leven gaan doen. Als dan blijkt dat je vader een bouwbedrijf runt, is de keuze snel gemaakt. Al was het niet zo evident. Ik heb immers nog een broer, maar die toonde weinig interesse in een overname van het bouwbedrijf. Mijn ouders dachten dan weer dat hun dochter wel iets anders met haar leven zou willen doen. Ik heb dan toch aangegeven dat de bouwsector echt mijn ding was en de zaak was snel beklonken.”
“Meteen schreef ik me in bij Syntra voor de opleiding ‘beton- en metselwerken’. Even heb ik zelfs overwogen om in avondopleiding een ingenieursdiploma bouwkunde te halen, maar dat deed ik toch maar niet wegens de beschikbare specialisten waar we een beroep op kunnen doen. In die Syntra-opleiding zaten maar twee vrouwen, overigens de enige twee die de opleiding succesvol hebben afgerond. Daarna heb ik gedurende een jaar fulltime meegedraaid op onze werven, omdat ik het bedrijf van onderuit wilde leren kennen.”

Eigen projecten
“Intussen zijn we 23 jaar verder en evolueerden we van één werfploeg naar een dertigtal personeelsleden. Daarnaast doen we een beroep op een vast team van onderaannemers. Dagelijks zijn er met andere woorden zo’n 100 mensen samen met ons aan de slag. We evolueerden ook van ruwbouwer naar algemene aannemer en mikken steeds meer op de realisatie van eigen projecten. Daarbij zijn de particulieren en investeerders onze belangrijkste klanten, maar jaarlijks renoveren we ook steevast enkele kantoren.
Opdrachten die heel wat coördinatie vereisen, zijn onze corebusiness. De ruwbouwwerkzaamheden worden vooral met eigen geschoolde mensen uitgevoerd. We proberen zo veel mogelijk rond de eigen kerktoren actief te zijn en gaan maximaal 40 kilometer rond Merksplas. De Kempen zijn echt ons actieterrein. Zo zorgen we ervoor dat onze bouwvakkers geen uren in de file moeten staan. En tegelijk kunnen we heel snel reageren, mocht dat nodig zijn.”
Vertrouwensrelatie
Volgens Inge Woestenborghs houdt het inschakelen van een groot aantal onderaannemers weinig of geen risico qua afhankelijkheden in. “Het gaat om een vertrouwensrelatie die doorheen de jaren is opgebouwd. Zij beseffen dat ze ook in economisch moeilijker tijden hier terechtkunnen voor opdrachten. Toegegeven, momenteel draait de economie op volle toeren en heeft iedereen het razend druk. Maar dat blijft uiteraard niet duren. Ooit komt er weer een moment waarop het minder goed zal gaan. Met onze onderaannemers moeten we met andere woorden in goede en slechte tijden perfect kunnen samenwerken.”

budget geïnvesteerd worden in de schil van een gebouw"
veel aandacht voor buitenschil
Een van de redenen waarom Inge Woestenborghs ruwbouwwerken zeker in eigen beheer wil blijven uitvoeren, is het feit dat de buitenschil van een gebouw permanent is. “Die schil blijft inderdaad zo goed als onveranderd gedurende de hele levensloop van het gebouw. Daar moet dan ook bijzonder veel aandacht aan geschonken worden en budget in geïnvesteerd worden. Toch maken we er een erezaak van om ervoor te zorgen dat we niet alleen een huis, maar ook een thuis bouwen. Onze klanten moeten het betrekken van een van onze gebouwen als een van de belangrijkste stappen in hun leven ervaren. Bouwen is vandaag de dag immers heel duur.”
Geen vooroordelen
Ze worden steeds talrijker, maar blijven voorlopig toch nog altijd witte raven: vrouwen in topfuncties in de bouwsector. Ook Inge Woestenborghs moet haar mannetje staan in wat nog altijd een mannenwereld is. “Ik moet jammer genoeg vaststellen dat ook wij vandaag op de werven geen vrouwelijke arbeiders rondlopen hebben. Ik heb zelfs nog nooit een vakvrouw weten te solliciteren. Toen ik hier aan de slag ging, was het voor mij essentieel dat ik perfect op de hoogte was van allerlei bouwtechnische zaken, zodat ik met kennis van zaken kon overleggen met architecten, klanten en werknemers. Zelfs vandaag probeer ik minstens tweemaal per week alle werven te bezoeken.”
“De grote bevrijding kwam er toen ik besefte dat ik als zaakvoerder niet alles hoef te weten en te kennen. Ook mannen weten niet alles, hé (lacht). Over structuren, arbeidsomstandigheden en dergelijke had ik voldoende knowhow meegekregen dankzij mijn opleiding tot arbeidssocioloog. En nu, na twintig jaar in het vak, moeten ze me niks meer wijsmaken. Maar van vooroordelen heb ik me nooit iets aangetrokken, mede omdat ik ze gewoonweg niet ben tegengekomen.”
Duaal leren
Onlangs werd Woestenborghs Bouwbedrijf gehuldigd als 1.500e onderneming die meestapte in het stelsel van duaal leren. “Wij zetten al heel lang in op interne opleidingen voor onze werknemers”, verklaart Inge Woestenborghs. “We hebben bovendien goeie relaties opgebouwd met het lokale onderwijs. Jaarlijks bieden we dan ook verschillende stageplaatsen aan. We werken regelmatig met jobstudenten. Ook dat is een aanwervingspolitiek, want 16-jarigen werken nog niet echt efficiënt en bieden het bedrijf als jobstudent niet echt een meerwaarde. Die komt er pas wanneer men later beslist om hier effectief aan de slag te gaan. Maar als student kan men al eens proeven en ondervinden of de bouwstiel werkelijk iets voor hen is.”
“Die werkwijze wordt nu al enkele jaren aangevuld met een focus op de scholieren in het deeltijds onderwijs. Dankzij intensief contact met diverse scholen stapten we recent ook mee in het systeem van duaal leren. Daarbij bepaalt de school welke leerlingen klaar geacht worden om een traject op onze werven te starten. Daarna hebben we een gesprek met leerkracht en leerling om uit te vissen bij welke ploeg de leerling in kwestie het best zou passen. Dat gesprek dient ook om de wederzijdse verwachtingen op scherp te stellen.”
“Mentor in elke ploeg”
Dankzij die veelheid aan facetten aan het hr‑beleid van Woestenborghs Bouwbedrijf is de Kempense onderneming een van de weinige aannemers die niet luidkeels zitten te schreeuwen om bijkomende werknemers. “Al jaren investeren we tijd en dus geld in onze ploegen op de werven. In elke ploeg zit een medewerker die de opleiding tot mentor heeft gevolgd. Dat was nodig om mee te kunnen stappen in het systeem van duaal leren, maar bij ons was dat al veel langer het geval. Die opleiding blijft hier bovendien geen dode letter, want bij elke mentor plaatsen we jonge kerels die hen begeleiden tijdens hun traject. Dat vergt heel wat tijd. Tijd die ook aan pakweg rendementsverhoging besteed zou kunnen worden. Maar dat is net de investering die we noodzakelijk achten om op lange termijn te kunnen denken. Als een jonge gast bij ons een traject van pakweg anderhalf jaar heeft doorlopen, weten beide partijen perfect wat ze aan elkaar hebben. Wij kunnen inschatten of de persoon in kwestie een volwaardige medewerker kan worden. Omgekeerd weet de leerling ook of de bouwsector wel iets voor hem is.”
“Door die aanpak kan ik zonder aarzelen zeggen dat we in ons bedrijf weinig of geen personeelsverloop kennen. Sommige proberen wel om zelf de stap naar een zelfstandig statuut te zetten. Is dat het geval, dan wensen we hun veel succes, maar blijft onze deur ook altijd voor hen openstaan, hetzij voor een eventuele terugkeer, hetzij voor een professionele samenwerking tussen bedrijven.”
Meer eigen projecten door sterke marketing
Ook al zijn er niet echt personeelsproblemen, dat betekent niet dat het Kempense bouwbedrijf niet voor tal van uitdagingen staat voor de nabije toekomst. “De laatste jaren zijn we intern sterk bezig geweest met het automatiseren van administratieve stromen, waaronder het bewaken van het budget. Sinds dit jaar zetten we ook sterker in op marketing. We willen immers met onze firma blijven groeien. We willen in onze streek ‘top of mind’ worden, zodat iedereen spontaan aan ons denkt, wanneer ze een groot project willen realiseren. Daarom investeerden we recent sterk in marketing en sociale media. Tegelijk is in ons bedrijf de naservice geen loos begrip. Als mensen bouwen, betekent dat een belangrijke stap in hun leven. Ze moeten dan ook op iemand kunnen terugvallen, mochten ze nog met bepaalde vragen zitten. Als men bijvoorbeeld niet meer weet hoe ze het ventilatiesysteem moeten bedienen, dan komen wij dat nog eens uitleggen”, besluit Inge Woestenborghs.