Bouwbarometer: wat zijn de grootste uitdagingen voor de bouwsector in 2024?
Ongeveer één op de vijf bedrijven die de Bouwbarometer van PMG hebben ingevuld, hebben hun orderboekje nog minder dan een maand gevuld. Bij elektriciens en aannemers gaat het om zo'n 30 procent. Toch is meer dan de helft van de bedrijven gematigd tot erg positief over de toekomst van zowel de onderneming als van de sector. Niet alleen het vinden van voldoende opdrachten, maar vooral het vinden van geschikt personeel blijkt de grootste uitdaging.
Covid, oorlog en hoge rente ...
Bouwbedrijven kregen recentelijk de ene na de andere uitdaging voor hun kiezen. De coviduitbraak hinderde het werk. De oorlog in Oekraïne, overstromingen én droogte veroorzaakten verstoringen in de toeleveringsketens, met prijsstijgingen van grondstoffen tot gevolg. Bovendien steeg de hypotheekrente aanzienlijk, van 1 naar ruim 3 procent. Door de hogere lasten konden of wilden vorig jaar veel minder mensen (ver)bouwen dan in de jaren daarvoor. Dan zijn er ook nog nieuwe wetten en milieuregels, die de administratieve druk op de bouwsector verhogen.
Licht aan het eind van de tunnel
Maar er gloort hoop. De grondstoffenprijzen lopen inmiddels niet meer de spuigaten uit. En nu de inflatie afneemt, is de verwachting dat ook de rentes op termijn gaan dalen, waaronder de hypotheekrente.
Hoe staan bouwbedrijven ervoor?
Zo rijst de vraag: hoe staan bouwbedrijven ervoor in deze roerige tijd? PMG zocht het uit in een Bouwbarometer. Via verschillende polls is de sector onlangs bevraagd naar de stand van zaken. ‘Hoe dik is het orderboekje? Hoe groot is het vertrouwen in de toekomst? En wat zijn de grootste uitdagingen?’ De Bouwbarometer is ingevuld door een divers palet aan bedrijven die werkzaam zijn in de bouwsector.

Het orderboekje
Volgens de resultaten ondervinden elektriciens, aannemers en installateurs over het algemeen de meeste hinder. Een kleine 60 procent van deze respondenten zegt hun orderboekje nog minder dan drie maanden gevuld te hebben. Ongeveer 35 procent van de installateurs heeft zelfs minder dan één maand werk.
Dakwerkers en schilders reageren diverser. De meesten (een klein percentage van 30 procent) hebben hun agenda nog tussen de drie en zes maanden gevuld. Ongeveer 20 procent van de dakwerkers heeft nog minder dan één maand werk, maar een relatief grote groep heeft ook nog werk tussen de zes en twaalf maanden.
De schrijnwerkers reageren relatief consistent. Bijna 40 procent heeft de planning voor de komende drie tot zes maanden rond. Opvallend is dat ruim 30 procent van de architecten het orderboekje nog meer dan twaalf maanden gevuld heeft – in verhouding veruit het meest. Dit percentage bij de architecten lijkt een positief signaal voor andere bouwsectoren, namelijk dat er meer werk aankomt.
Vertrouwen in de toekomst
Elektriciens, aannemers en installateurs zien de toekomst van hun bedrijf over het algemeen met meer vertrouwen tegemoet dan de dikte van hun huidige orderboekje misschien doet vermoeden. Hoewel een relatief grote groep respondenten vooralsnog minder dan één maand werk heeft, is bijna de helft van elektriciens en installateurs gematigd tot erg positief, en reageren er veel neutraal.
Veel aannemers (ruim 30 procent) zien de toekomst van hun bedrijf erg positief tegemoet, terwijl bijna de helft neutraal is. Nog geen 10 procent van deze beroepsgroepen is erg negatief, van de elektriciens slechts 2 procent.
Deze percentages komen overeen met die van de schrijnwerkers: ruim de helft is gematigd tot zeer positief, en haast niemand erg negatief. Het verschil is dat het huidige orderboekje van de schrijnwerkers over het algemeen voller is dan van de drie beroepsgroepen hierboven.
Schilders reageren wederom verdeeld. Ruim de helft is gematigd tot erg positief. Toch is ook 30 procent gematigd tot erg negatief. De dakwerkers zijn opvallend optimistisch over de toekomst van hun bedrijf. Meer dan 70 procent is gematigd tot zeer positief, terwijl hun orderboekje over het algemeen gemiddeld gevuld is.
Over de toekomst van de sector in het geheel zijn de respondenten vrijwel allemaal iets minder optimistisch dan over de toekomst van hun eigen onderneming.
De grootste uitdagingen
Overall is geschikt personeel vinden volgens de respondenten de grootste uitdaging voor de onderneming, in het bijzonder bij de architecten. Opvallend is dat personeel vinden ook hoog scoort bij elektriciens, aannemers en installateurs. Het tekort aan personeel helpt mogelijk verklaren waarom hun orderboekje over het algemeen minder gevuld is. Zonder mankracht kan men immers geen werk verrichten.
Een andere mogelijke verklaring is dat de bedrijven moeite hebben met het binnenhalen van genoeg opdrachten. Dit is door ongeveer een kwart van de elektriciens en aannemers aangeduid als grootste uitdaging. Van de installateurs geeft een derde van de respondenten aan dat het handhaven of verhogen van de bedrijfswinst de grootste uitdaging is. Dat kan een gevolg zijn van de inflatie van grondstoffen die de sector de afgelopen jaren geteisterd heeft.
Ongeveer 30 procent van de dakwerkbedrijven beschouwt digitalisering en automatisering van de onderneming als de grootste uitdaging. Dat is (veel) meer dan wat andere beroepsgroepen hebben aangeduid. De schrijnwerkers zijn het meest verdeeld over de vraag wat de grootste uitdaging is.
Verder is 'aan alle administratieve verplichtingen voldoen’ relatief weinig aangeduid. Dat wil niet zeggen dat de toenemende administratie geen uitdaging is voor ondernemingen. Het gaat hier enkel over de grootste uitdaging.